Gezond gedrag
In een maatschappij waar suiker en junkfood niet meer weg te denken zijn, is het van groot belang om aandacht te besteden aan gezond gedrag.
Bij aandacht voor gezond gedrag kan je vooral denken aan een gezonde leefstijl: voeding en beweging, maar ook sociaal redzaam gedrag, lichaamsverzorging en kindermishandeling horen hierbij.
Gedrag wordt bepaald door genetische aanleg en invloed van de omgeving. Gedrag kan worden verdeelt in ‘gewoontegedrag’ (onbewust en niet doelgericht) of ‘bewust, intentioneel gedrag’, waarbij men nadenkt over het gedrag en waarbij gedrag wordt beïnvloed door kennis tussen verschillende gedragsalternatieven.
Wanneer je ongezond leeft heeft dit een negatieve invloed op je gezondheid. Dit kan zorgen voor overgewicht en/of (welvaart)ziekten.
Tegelijkertijd heeft gezond gedrag een positieve invloed op je gezondheid.
Wie er verantwoordelijk is voor het gezonde gedrag van burgers en in hoeverre we ons hiermee mogen bemoeien is een discussiepunt in Nederland. Maar steeds meer komt men erop terug dat gezond gedrag al vanaf jonge leeftijd kan worden gestimuleerd. Het is belangrijk om leerlingen bewust te maken van hun gedrag en dit te verbeteren, maar ook om hen bewust te maken van de risico’s van ongezond gedrag. Hier is belangrijk om uit te gaan van de volgende punten:
- Voeding: Basisschoolleerlingen weten welk eten gezond en ongezond is, welke voedingsstoffen ze binnen moeten krijgen (schijf van 5), wat suiker en vet met het lichaam doet en wat er gebeurt als je er te veel van binnen krijgt.
- Beweging: Basisschoolleerlingen krijgen op school ruimte om te bewegen, beweging wordt gestimuleerd en leerlingen worden aangemoedigd ook buitenschools te bewegen. Leerlingen worden zich bewust van het belang van bewegen.
- Sociaal redzaam gedrag: Leerlingen dragen laten ‘normaal’ sociaal gedrag zien op school en kunnen zich sociaal redden in de huidige maatschappij. (Raad voor de volksgezondheid, 2002).
Om leerlingen een gezonde leefstijl aan te wennen is het ook belangrijk om ouders en omgeving in te lichten en zich bewust te maken van het belang van een gezonde leefstijl.
Het belang van leerlingen gezond gedrag aanleren is te verantwoorden vanuit 3 perspectieven (Looy en Houterman, 2008.:
1. Politiek: De overheid verplicht basisscholen om gezond en sociaal redzaam gedrag bij leerlingen te bevorderen. Dit omdat leerlingen op vroege leeftijd bewust zijn hoe ze gezond moeten leven. Dit perspectief heeft ook een financieel oogpunt: namelijk de hoge kosten voor de gezondheidszorg.
2. Pedagogisch: het bevorderen van gezond gedrag zorgt ook voor positief gedrag in de klas en heeft een positieve uitwerking op de leerprestaties van leerlingen.
3. Maatschappelijk: Er zijn steeds meer en veelvoorkomende gezondheidsproblemen die kunnen worden voorkomen door gezond te leven.
INTERVENTIES IN DE PRAKTIJK
Als leerkracht is het belangrijk om lessen te verzorgen waarin aandacht wordt besteed aan gezondheid, voeding en beweging en gezondheidsrisico’s die er ontstaan wanneer je ongezond leeft. Ook is het belangrijk om op tijd gezondheidsproblemen te signaleren en hier hulp voor in te schakelen.
Wanneer scholen structureel aandacht bieden aan gezond gedrag kunnen zij het label: ’Gezonde school’ krijgen.
Zelf heb ik meerdere malen les gegeven over gezond gedrag, met het accent op voeding. Vorig jaar merkte ik dat leerlingen in de pauze veel ongezonde dingen aten maar zich niet bewust waren van de risico’s. Ik heb hier toen door middel van de ‘stoplichtmanier’ laten zien wat gezond, ongezond en een beetje gezond is.
De stoplichtmanier houdt in dat je leerlingen eten laat verdelen in de groene (gezonde), oranje (middenweg) en rode (ongezonde) categorie. Leerlingen zien dan dat de meeste kinderen ongezonde dingen meenemen. Wanneer deze conclusie is gesteld kan je als leerkracht een koppeling maken naar de risico’s van ongezond eten en/of de positieve uitwerking van gezond eten.
GEZOND GEDRAG EN PREVENTIEF HANDELEN
Door preventief aandacht te besteden aan gezond gedrag kan je als leerkracht veel gezondheidsproblemen en ongezond gedrag in de toekomst voorkomen. Wanneer leerlingen al op jonge leeftijd de risico’s van ongezond leven en voordelen van gezond leven kennen, kunnen zij een bewuste keuze maken over hoe ze hun leven willen invullen. Ouders spelen hierin een grote rol, omdat zij kinderen moeten stimuleren in het maken van goede keuzes.
Ook in het passend onderwijs is het belangrijk om aandacht te besteden aan gezond gedrag. Vooral sociale redzaamheid is een belangrijk punt. Wanneer leerlingen niet sociaal redzaam zijn kan dit een teken zijn voor een sociaalemotionele stoornis als autisme of ADHD. Hierdoor kunnen leerlingen anders reageren en anders denken. Juist met passend onderwijs is het van groot belang dat de leerkracht hier alert op is en ook met verschillen tussen leerlingen om kan gaan, zodat elke leerlingen onderwijs op maat krijgt. (Leverink, 2015).
KRITISCHE VRAAG
Hoe kan je als basisschool ervoor zorgen dat beweging in het schoolbeleid structureel wordt doorgevoerd en niet alleen bij leerkrachten die dit 'leuk' vinden?
KRITISCHE VRAAG
Hoe kan je als basisschool ervoor zorgen dat beweging in het schoolbeleid structureel wordt doorgevoerd en niet alleen bij leerkrachten die dit 'leuk' vinden?