Pesten

Pesten is op de basisschool een veelvoorkomend gebeuren. Ongeveer 10% van de leerlingen in het basisonderwijs geeft aan ooit te zijn gepest, wordt duidelijk uit de Monitor Sociale Veiligheid (Rijksoverheid, 2017). Bij pesten hebben we het over een vorm van agressie waarbij een of meerdere personen de intentie hebben de ander steeds op nieuw schade toe te brengen waarbij de macht ongelijk verdeeld is. (Slot, 2018).



VORMEN VAN PESTEN
Pesten gebeurt met opzet, steeds opnieuw en de pester staat boven het slachtoffer. Pesten kan op verschillende manieren voorkomen, namelijk:
-       verbaal: beledigen, uitschelden, uitlachen
-       rationeel: uitsluiten, negeren, roddelen
-       materiaal: spullen afpakken/kapot maken
-       fysiek: spugen, slaan, schoppen, knijpen
-       digitaal: via internet/telefoon

Digitaal pesten komt tegenwoordig steeds meer voor. Omdat leerlingen op de basisschool ook steeds vroeger met digitale middelen in aanraking komen, is dit ook in het primair onderwijs een groeiend probleem. Onder digitaal- of cyberpesten verstaan we het verspreiden van kwetsende berichten, het ongevraagd versturen van foto's en deze bewerken, het versturden van naaktfoto's en het gebruik van iemand zijn identiteit om diegene zwart te maken (De Vos - van der Hoeven, 2013). Omdat posts of berichten op sociale media vaak moeilijk te verwijderen zijn, zijn de gevolgen van cyberpesten langere tijd zichtbaar en maken daarom grote inpact op het slachtoffer.

ROLLEN IN DE GROEP
Wanneer er in je klas wordt gepest, is dit van invloed op de hele groep. In elke groep is er een rolverdeling. Wanneer het groepsklimaat en de groepsdynamiek in jouw klas positief zijn, heeft dit ook een positieve uitwerking op de rolverdeling. Maar wanneer groepsklimaat en groepsdynamiek negatief zijn, nemen leerlingen andere rollen aan en wordt er vaker gepest. Hieronder staan de rollen bij een positieve en negatieve groep:

Groep
Leidinggevend
Overige rollen
Positief
Gezagsdrager
Sociaal werker
Organisator
Verkenner
Volger
Appellant
Joker
Negatief
Dictator
Intrigant
Meeloper
Zondebok

In een negatieve groep zie je dat er in de groep vaak één leider op treed, aangeduid met: dictator. Deze leerling gebruikt zijn machtspositie om voor elkaar te krijgen wat hij wil, vaak in combinatie met angst. Hierdoor worden overige rollen ook gebaseerd op angst.


Pesten heeft niet alleen een negatieve uitwerking op de groep in het algemeen, maar ook op de individuen die te maken krijgen met pesten.

  • De pester handelt vaak uit onzekerheid. Maar ook hij zelf kan negatieve gevolgen ervaren wanneer hij niet stopt met pesten. Ten eerste kan pestgedrag wat niet gestopt wordt, mee worden genomen naar huis. De pester pest dan niet meer alleen op school, maar ook op de sportclub, in de wijk en later zelfs op werk en in de maatschappij. Hij zal daardoor nooit echte relaties aan gaan met anderen. Ook zal de pester zijn sociale vaardigheden minder ontwikkelen. De pester heeft namelijk geleerd om met anderen om te gaan door zelf een machtspositie in te nemen. Hij denkt dan niet na over de gevolgen of invloed van zijn gedrag op anderen en accepteert geen autoriteit. 
  • De gepeste verliest veel zelfvertrouwen door het pesten. Wanneer pesten lang aanhoudt kan de gepeste ook het vertrouwen in de wereld om hem/haar heen vertrouwen. Het zelfbeeld van de gepeste wordt beïnvloed door het gedrag van de pester. Op een bepaald moment gaat de gepeste ook zelf geloven dat hij minder is dan een ander: hij/zij ontwikkelt een negatief zelfbeeld. Mensen en kinderen die langere tijd zijn gepest hebben moeite om anderen te vertrouwen of relaties met anderen aan te gaan. Pesten heeft bijna altijd negatieve gevolgen voor het leergedrag en leerprestaties van de leerling. 
  • De rest van de klas maakt altijd onderdeel uit van het pestgedrag. Deze 'rest' bestaat uit meelopers, sensatiezoekers, kinderen die niks doen en kinderen die af en toe optreden tegen de pester. Kinderen kunnen reageren uit angst en durven niet hun eigen mening te geven. Het delen van gevoelens wordt eng en kinderen komen uit zichzelf minder met verhalen omdat de klas niet veilig aanvoelt. Er is weinig ruimte voor samenwerken en er is minder respect voor elkaar. 
ONTSTAAN VAN PESTGEDRAG
Pestgedrag ontstaat sneller in een klas waar een onveilige sfeer/slecht pedagogisch klimaat heerst. Volgens Karels (2014) zijn oorzaken van pestgedrag:
  • Agressie(problemen) waarbij kinderen naar anderen beledigende, bedreigende en/of een fysiek agressieve indruk maken.
  • Onmacht, waardoor kinderen die moeite hebben bij het aangaan van relaties zoveel druk voelen dat ze op een negatieve manier deze relaties aangaan; namelijk door te pesten.
  • Populariteit, waarbij kinderen graag onderdeel willen zijn van een groep, aandacht krijgen en gewaardeerd willen worden. Deze leerling weet niet goed hoe hij dit moet aanpakken en overschreeuwt zichzelf, waardoor hij dus 'negatieve' aandacht krijgt.
  • Zelfverzekerd willen zijn; kinderen die onzeker zijn maar dit verbloemen door hun eigen onzekerheid te overschreeuwen. Hierdoor worden anderen onzeker en lijkt het kind meer zelfverzekerd.
Hoewel veel slachtoffers van pesten denken dat het pestgedrag lag aan het feit dat zij anders waren of dit hebben uitgelokt, is niets minder waar. Het pestprobleem begint namelijk altijd bij de pester.

PESTGEDRAG HERKENNEN
Pesten vindt vaak ‘stiekem’ plaats. Pesters kunnen soms zo onopvallend te werk gaan dat zelfs de leerkracht niks van het pestgedrag merkt. Daarom is het belangrijk dat je als leerkracht pesten kan signaleren in de groep.
Wanneer de leerkracht signalen ziet waarbij één leerlingen continu wordt geplaagd, bespot, gekleineerd, uitgelachen, fysiek aangepakt, spullen kapot worden gemaakt, etc. is dit vaak een duidelijk teken voor pesten.

Maar wanneer pesten onopvallend gebeurt zijn deze signalen moeilijker te zien. Door als leerkracht te observeren kan je andere signalen zien als:
-       De leerling is vaak alleen, lijkt weinig/geen vrienden te hebben
-       De leerling wordt vaak als laatste gekozen
-       De leerling wil dicht bij de leerkracht blijven
-       De leerling lijkt angstig en onzeker, bang, ongelukkig, neerslachtig of huilerig
-       De leerling vertoont verslechtering van schoolresultaten
Bij deze signalen is het belangrijk om te onderzoeken waar ze vandaan komen. 

PESTEN VOORKOMEN
Pestgedrag kan niet 100% voorkomen worden. Toch zijn er verschillende handelingen en maatregelen die je als leerkracht in kan zetten om de kans op pesten te verkleinen. Dit kan op verschillende manieren.

Een van die manieren is door op vaste momenten in het jaar schoolbreed aandacht te besteden aan pesten. Hiermee kan de school een duidelijke visie neerzetten: wij zijn tegen pesten! Naast deze boodschap maakt het aansnijden van dit onderwerp pesten bespreekbaar. Wanneer er dan toch wordt gepest op school zal het makkelijker zijn om hier over te praten, zowel voor de leerlingen als voor de leerkracht. 
Ook hebben basisscholen een verplicht pestprotocol opgesteld. Dit is een veiligheidsplan om zo veel mogelijk preventief op te treden tegen pesten. In dit protocol staan niet alleen preventieve handelingen, maar ook maatregelen voor wanneer er pestgedrag is gesignaleerd. Dit zorgt ervoor dat er in de hele school een duidelijke lijn tegen pesten wordt opgesteld. 

PESTEN AANPAKKEN
Wanneer pesten al aan de orde is, is het belangrijk om alle partijen in het probleem te betrekken. Vinden zij het pesten wel een probleem? Zoek hulp bij ouders, de groep en andere leerkrachten. Hierna gaat de school bezig met het uitvoeren van het pestprotocol, maar er moet ook vooral aandacht worden besteed aan positief omgaan met elkaar.

Dit kan door gebruik te maken van de vijfsporenaapak (Van der Meer, 1993).
1.    Aanleren van nieuwe sociale vaardigheden voor het slachtoffer
2.    De hele groep sterk maken tegen pesten
3.    Hulp bieden aan de pester (bijv. nieuwe sociale vaardigheden)
4.    Pesten bestrijden als leerkracht
5.    Mobiliseren van ouders (bijv. in een ouderavond)

INTERVENTIES VANUIT DE PRAKTIJK
Wanneer het om pesten gaat, heeft de leerkracht verschillende taken:
1.    De leerkracht signaleert pestgedrag (door naar primaire of secundaire signalen te kijken).
2.    De leerkracht maakt alle partijen bekend met het probleem: er wordt gepest.
3.    De leerkracht zet het pestprotocol in werken en maak de groep sterk tegen pesten, bijvoorbeeld door gebruik van de vijfsporen aanpak.

Een belangrijk punt waar de leerkracht aan moet denken is dat bij pesten vaak gevoel boven verstand gaat. Zowel pester als gepeste en de omliggende groep reageren bij pesten uit gevoel. Het is daarom belangrijk dat de leerkracht ook op dit gevoel inspeelt en leerlingen zich in elkaar laat inleven.

Zelf heb ik geen ervaring met opvallend pestgedrag in de klas. Het groepsklimaat in de klas is erg positief, hoewel dit natuurlijk pesten niet uitsluit. Wel is er een incident geweest op WhatsApp waarbij leerlingen een groepsapp hebben gemaakt waar één leerling niet bij mocht (rationeel pesten). Mijn mentor is met de klas het gesprek aangegaan, heeft ouders op de hoogte gesteld en heeft hulp gezocht van iemand die veel kan vertellen over cyberpesten en het gebruiken van social media op een positieve manier. De groepsapp is ondertussen, onder andere door invloed van ouders, compleet verwijderd. Ook ouders zijn hierna meer bewust van het social media gedrag van hun kinderen en een groot deel van de ouders geeft aan nu regelmatig te controleren wat hun kinderen online doen.

PESTEN EN PREVENTIEF HANDELEN
Bij pesten is preventief handelen een belangrijk onderdeel. Als leerkracht kan je namelijk zeker voorkomen dat er snel gepest wordt. Dit betekent niet dat het altijd te voorkomen is. Door als school een pestprotocol te hanteren kan pesten worden voorkomen of in elk geval snel worden aangepakt.
Verder is het belangrijk om als leerkracht veel aandacht te besteden aan groepsvorming en een positief klimaat in de groep. Vooral in de gouden weken is dit van groot belang. Ook door als leerkracht op vaste momenten in het jaar bespreekbaar te maken (in plaats van wanneer er al gepest wordt) worden leerlingen bewust van het feit dat er gepest kan worden en wat je dan moet doen.

PESTEN EN PASSEND ONDERWIJS
Met de invoering van passend onderwijs betekent het dat er veel verschillende soorten leerlingen in je klas zitten. Ook leerlingen die op een andere manier denken of reageren. Deze kinderen zullen makkelijke slachtoffers voor pesterijen zijn. Het is dus belangrijk om veel aandacht te besteden aan het inleven in anderen en het feit dat sommige mensen met een ander perspectief naar de wereld kijken. Juist de kinderen die via het passend onderwijs naar de reguliere basisschool kunnen, zijn extra gevoelig voor pesterijen.

KRITISCHE VRAAG
Hoe kan de leerkracht preventief ouders hard maken tegen pesten zodat pesten sneller kan worden gesignaleerd en aangepakt kan worden?

Populaire posts