Mediawijsheid en beeldcultuur
Beeldcultuur is een benaming voor de maatschappij waar we nu in leven. Met de invloed van beeldcultuur bedoelt men de grote rol van visuele beelden en de media in onze huidige maatschappij. Deze visuele beelden en media kunnen zowel een positieve als negatieve uitwerking hebben.
Leerlingen in het basisonderwijs komen in aanraking met beeldcultuur. Het is de taak van de leerkracht om de leerlingen te leren omgaan met de onophoudelijke stroom van visuele beelden en media (mediawijsheid).
Mediawijsheid is een verzamelwoord voor verschillende vaardigheden en houding die mensen gebruiken wanneer zij met media om gaan. Ook voor leerkrachten is het belangrijk om aandacht te besteden aan mediawijsheid, omdat kinderen tegenwoordig al vanaf vroege leeftijd met verschillende media in aanraking komen.
Plastererk (2007) beschrijft media wijsheid als “Gewenste vaardigheden, kennis en houding om vanuit ten minste drie perspectieven goed met media om te kunnen gaan: functioneel (als voorwaarde voor participatie en ontwikkeling), inspirerend (om nieuwe kansen en mogelijkheden te ontdekken) en alert (met een kritisch oog omgaan met de media).”
Wanneer je het hebt over mediawijsheid, kan je dit onderwerp volgens Keller, van der Eijnden & van den Steenhoven (2008) categoriseren in 8 delen:
1. Praktische vaardigheden (omgang met/productie van media, ICT-vaardigheden, audio/video, maar ook lezen en schrijven)
2. Informatie & strategie vaardigheden (informatie zoeken, selecteren, interpreteren, verwerken, creëren en communiceren en vaardigheden om media zo in te zetten dat het je eigen positie versterkt)
3. Mediabewustzijn (bewustwording van de grote rol van media in de maatschappij)
4. Verantwoord gebruik & veiligheid (virus, spam, firewall maar ook digitaal pesten, omgaan met privacy)
5. Participatie en productie (stimuleren en activeren van participatie in de maatschappij)
6. Empowerment (stimuleren/activeren van burgers in specifieke doelgroepen (bijv. Ouderen en maatschappelijk zwakkere) om hun positie in de maatschappij te versterken)
7. Auteursrecht
8. Innovatief en experimenteel mediagebruik
Voor basisschoolleerlingen zijn vooral categorie 1 t/m 4 belangrijk. Hier wordt op basisscholen dan ook de meeste aandacht aan besteed. Leerkrachten in Nederland besteden vooral de meeste aandacht aan categorie 1 en 3.
MEDIAWIJSHEID OF MEDIA-EDUCATIE
Mediawijsheid een veel breder onderwerp is dan media-educatie die op dit moment op basisscholen wordt gegeven. De Raad van Cultuur (2006) zegt: “Mediawijsheid richt zich op alle burgers en beoogt naast het vergroten van mediabewustzijn ook het bevorderen van actieve en kritische participatie”. En juist het deel van actieve en kritische participatie, is het deel dat veel leerkrachten laten liggen…
Iedereen die gebruik maakt van media is tegelijkertijd producent als consument. Dit zorgt ervoor dat media een belangrijke rol speelt in de culturele burgerschapsvorming. Kinderen kunnen worden gestimuleerd na te denken over de maatschappij en hun rol in de maatschappij.
MEDIAWIJSHEID IN DE PRAKTIJK
Leerlingen leren omgaan met de beeldcultuur kan daar aandacht te besteden aan verschillende onderdelen.
Ten eerste is het belangrijk om als leerkracht leerlingen kritische toeschouwers te maken. Laat leerlingen nadenken over waar de beelden vandaan komen, wie heeft ze gemaakt, wat is het doel, maar ook: wat zie je, wat vind je en wat voel je bij het zien van deze beelden?
Op deze manier kunnen leerlingen leren kijken en zich dingen afvragen, in plaats van direct een mening te vormen. Er blijft dan ruimte over voor nieuwe inzichten en andere perspectieven.
Les geven in mediawijsheid is een andere taak dan leerlingen leren omgaan met beeldcultuur, maar hoort hier wel bij.
Waar leerlingen bij beeldcultuur passieve toeschouwers zijn, is het van belang dat leerlingen actieve en efficiënte mediagebruikers worden.
Dit kan door als leerkracht uit te gaan van het competentiemodel voor mediawijsheid. Hierin worden verschillende houdingen van leerlingen verwacht: passief, actief, interactief en effectief.
Het model gaat verder in op begrip, gebruik, communicatie en strategieën van media die in deze tijd gebruikt worden. (mediawijsheid.nl, 2017).
Competentiemodel Mediawijsheid.nl |
Ook kan de leerkracht in de praktijk:
- Korte lesactiviteiten te geven waarin de aandacht ligt op mediabewustzijn , -veiligheid en informatievaardigheden. Denk hierbij aan privacy via media, cyberpesten en de grote rol van media in de huidige maatschappij.
- Met leerlingen in gesprek te gaan over mediagebruik. Wie gebruikt wat? Hoe maak je gebruik van media? Wat mag mag wel/niet? Ook is het belangrijk om de gevaren van bijvoorbeeld het delen van een foto via sociale media te bespreken. Wat deel je wel/niet? Hoe oordeel je daarover? Ook na aanleiding van een actuele gebeurtenis kunt u inhaken op het onderwerp 'beeldcultuur/mediawijsheid'.
- In de zelfstandige verwerking leerlingen te laten werken met digitale middelen. Laat leerlingen werken met verschillende soorten devices en programma's en pas verschillende soorten van zelfstandige verwerking toe. Dit kan van het maken van een quiz of enquête tot het programmeren van je eigen spel of het ontwerpen van een gebouw in 3D.
Om bovenstaande activiteiten in de praktijk uit te voeren moet de leerkracht voldoende kennis hebben over mediawijsheid en beeldcultuur. Hij/zij moet weten wat deze begrippen inhouden, op welke onderdelen hiervan hij/zij kan inspelen en ook hoe je met behulp van mediawijsheid de ontwikkeling van cultureel burgerschap kan stimuleren. Dit laatste is een onderdeel waar veel leerkrachten zich nog te weinig bewust van zijn.
Want ook met de kennis, moet je als leerkracht het inzicht hebben dat media en de beeldcultuur een enorme invloed hebben op leerlingen in jouw klas en dat deze invloed de afgelopen jaren ontzettend is gegroeid. Door dit inzicht te hebben, maar ook door te geven aan leerlingen, wordt mediawijsheid pas echt gestimuleerd.
Ik merk dat er op mijn stageschool weinig aandacht wordt besteed aan mediawijsheid en leerkrachten er vanuit gaan dat leerlingen zelf al veel weten. Door zelf activiteiten die mediawijsheid vergroten in te zetten, hoop ik leerlingen een (inter)actieve houding aan te wennen. Vaardigheden uit categorie 1 en 2 (praktische vaardigheden en informatie vaardigheden) worden bij verschillende opdrachten wel van hen verwacht.
De activiteiten die ik heb uitgevoerd hebben te maken met categorie 3 en 4: mediabewustzijn en veiligheid. Zo heb ik het met leerlingen gehad over rolmodellen die ontstaan door social media, (de invloed van) reclames op internet en privacy via social media. Leerlingen realiseren zich uit zichzelf niet hoe groot de invloed van social media kan zijn wanneer je deze negatief inzet. Door ze hierop alert te maken, maar ook de positieve kant van social media te laten zien, hoop ik leerlingen dichter bij mediawijs te brengen.
MEDIAWIJSHEID EN PREVENTIEF HANDELEN
Wanneer je kijkt naar preventief handelen kan er bij mediawijsheid en beeldcultuur een grote stap worden gemaakt. Door leerlingen op de basisschool al bekend te maken met de invloed en gevaren van de beeldcultuur en media, zullen zij fouten die hen de rest van hun leven achtervolgen voorkomen. Ook op latere leeftijd is het voor hen makkelijker om met de grote stroom van visualisaties om te gaan en zelf op een kritische, doordachte manier de juiste informatie te selecteren.
MEDIAWIJSHEID EN PASSEND ONDERWIJS
Ook bij passend onderwijs is het belangrijk dat de leerkracht kijkt naar mediawijsheid en hier aandacht aan besteed. Voor sommige leerlingen is het moeilijker om zich in te leven of gevolgen in te zien van acties die je online niet makkelijk ongedaan maakt. Door aandacht aan dit soort onderwerpen te besteden, voorkom je problemen maar maak je ook leerlingen die gevoeliger zijn weerbaar tegen de gevaren van de beeldcultuur en sociale media.
KRITISCHE VRAAG
Hoe kan een school ervoor zorgen dat leerkrachten die al langere tijd in het onderwijs werken op de hoogte blijven van de digitale ontwikkelingen en daardoor met actuele inzichten aandacht kunnen besteden aan de mediawijsheid van leerlingen?